1. ~ SPEERPUNTEN EN ACCENTEN ~
2019 - 2023
INHOUD
1. INLEIDING
2. SPEERPUNTEN
1. Draagvlak
2. Lastenverlaging
3. Energietransitie
3. ACCENTEN
1. Ruimtelijke ontwikkeling en waterbeheer
2. Milieu en energie
3. Vitaal platteland
4. Mobiliteit
5. Regionale economie
6. Culturele infrastructuur en monumentenzorg
7. Kwaliteit openbaar bestuur
8. Gebiedsontwikkelingen
9. Sociale kwaliteit
10. Bedrijfsvoering
2. 2
1. INLEIDING
In de periode 2019-2023 maakt Forum voor Democratie werk van drie speerpunten en een aantal
accenten. Ze sluiten aan op de visie van FvD op de rol en het functioneren van de overheid in het
algemeen en die van provincie Overijssel in het bijzonder.
Na een toelichting in hoofdstuk 2 op de drie speerpunten volgt in hoofdstuk 3 de uitwerking van
een aantal concrete accenten die FvD legt in de komende jaren. Voor de overzichtelijkheid is de
ordening aangehouden van de kerntaken zoals ze in de begroting van provincie Overijssel staan.
3. 3
2. SPEERPUNTEN
FvD wil overeenstemming bewerkstelligen over drie speerpunten. De uitgangspunten hiervan zijn
helder. Het gaat om drie zaken: draagvlak, lagere lasten en een nuchtere energietransitie. Dit
hoofdstuk geeft scherpte aan de speerpunten.
1. Draagvlak
FvD streeft naar een transparant bestuur dat de verbinding met en draagvlak in de samenleving
van Overijssel zoekt. Voor FvD is belangrijk dat de coalitie voltallig en vol overtuiging bestuurt met
de verbinding met de Overijsselse samenleving voor ogen. Naarmate het om zaken gaat die
ingrijpender zijn, is het des te meer van belang om draagvlak te hebben én te houden. De provincie
dient welbewust te voorkomen dat het takenpakket bewust of sluipend uitdijt, al dan niet met
nieuwe bestuurlijke structuren.
Het uitgangspunt is minder overheid en meer inwoner. Het gaat FvD niet om het verzinnen van
revolutionaire constructies die nog nooit zijn vertoond. Het gaat vooral om een houding, namelijk
van ruim baan voor eigen initiatief, van alert bureaucratie tegengaan, van onnodige praatcircuits
voorkomen en kappen in knellende regels. Bij het formuleren van ambities in beleid en bestuur is
het noodzakelijk dat beide partijen elkaar op hetzelfde niveau ontmoeten.1
De basis daarvoor is
het vertrouwen van de overheid dat de samenleving van Overijssel krachtig genoeg is om zelf
richting te kiezen. Het is mogelijk om onze inwoners nog nadrukkelijker dan nu het geval is aan de
voorkant van processen te betrekken (N35). Wanneer zich de gelegenheid voordoet, kan dat
rechtstreekse raadpleging van de inwoners betekenen, alsdan nader vorm te geven zodat de
inbreng op een passende wijze tot zijn recht komt. Het impliceert ook de wil om tussentijds beleid
en projecten, of een bestuurlijke aanpak bij te stellen, als blijkt dat draagvlak ontbreekt, of wanneer
zich ontwikkelingen voordoen of er omstandigheden zijn die daartoe noodzaken.
Draagvlak vraagt ook om een provincie die zich in Den Haag nadrukkelijk inzet voor de belangen
van Overijssel. Het is van wezenlijk belang dat het Rijk alsmede de Europese Unie bijdragen aan
ontwikkelingen in onze provincie die het belang van Nederland als geheel ten goede komen. Het
vergt een provinciebestuur dat bereid is om een gezonde mate van politieke assertiviteit aan de
dag te leggen wanneer besluitvorming van het Rijk botst met de belangen van Overijssel.
1
De dubbele participatieladder kan dienstbaar zijn bij het beantwoorden van de vraag in welke gevallen welk niveau van
participatie mogelijk is. De dubbele participatieladder laat zien dat beide partijen elkaar moeten ontmoeten op hetzelfde
niveau van invloed en verwachtingen daarover om tot goede inbreng en samenwerking te komen.
4. 4
2. Lagere lasten
FvD is voor het verlagen van de provinciale opcenten voor de motorrijtuigenbelasting. Het past bij
een overheid met een sobere financiële huishouding met een nadrukkelijk besef welke taken wél
en zeker ook welke taken níet bij het middenbestuur thuishoren. Het past bij een overheid die zijn
rol krachtig invult waar nodig en terughoudend waar mogelijk. Het uiteindelijke streven is gericht
op het afschaffen van deze belasting.
Bevriezing of een gefaseerde verlaging zijn serieuze opties. Zo kan de lastenverlaging in de loop
van vier jaar een zachte landing krijgen zonder onoverkomelijke gevolgen voor de provinciale
begroting. Voor FvD is het geen op voorhand uitgemaakte principekwestie dat de dekking op een
specifiek aantal terreinen moet worden gezocht. In het vervolg van de besprekingen kunnen de
contouren over hoe en wat de haalbaar is, gaandeweg scherper worden. Wel is er een denkrichting
op hoofdlijnen.
FvD merkt terzijde op er voorstander van te zijn dat de opcenten zoveel mogelijk worden besteed
aan de provinciale infrastructuur die betrekking heeft op alles wat met mobiliteit heeft te maken.
Het is een goede zaak, zoals het rapport van de Rekenkamer aangeeft, dat mobiliteit een groter
deel van de begroting gaat uitmaken. De huidige verhouding in de begroting tussen uitgaven aan
openbaar vervoer en een veilige en goede bereikbaarheid voor het autoverkeer is uit balans
3. Energietransitie
FvD is voorstander van een samenleving die duurzaam met natuurlijke hulpbronnen omgaat. De
energietransitie is positief te duiden, hoewel het geen doel op zich is. FvD koppelt dit met klem los
van ideologische gedrevenheid die het religieuze domein naar de kroon steekt. Een nuchtere
aanpak; beide benen op de grond. Duurzaamheid gefaseerd invoeren, haalbaar, op een manier
waarvoor breed draagvlak is. Dáár gaat FvD voor.
Dat betekent voor FvD een beleid en bestuurlijke aanpak zonder onrealistische doelstellingen of
tijdschema’s waarbinnen zaken moeten met stoom en kokend water (al dan niet kolen gestookt)
worden verwezenlijkt. Voor de provincie bestaat geen enkele noodzaak voor een overspannen
beleidsagenda om het klimaat te redden. Overijssel voert geen eigenstandig klimaatbeleid dat nog
verder gaat dan hetgeen waartoe de rijksoverheid ons al opdraagt.
De provinciale overheid steekt wat FvD betreft geen enkele energie in windmolens, windparken en
zonneweides. Zonnepanelen kunnen worden geplaatst op daken, die er in overvloed zijn, en langs
verkeersinfrastructuur, zoals op- en afritten of geluidsschermen. Windturbines dienen na de
gebruiksfase volledig te worden ontmanteld. Duurzaam energie opwekken en benutten behelst
een breed palet aan te onderzoeken mogelijkheden. Te denken valt aan ontwikkelingen
aardwarmte, biobrandstof, mestvergisters, waterstof, thorium, energie uit turbines in stromend
5. 5
water en het kanaliseren van restwarmte. Sommige zijn op korte termijn mogelijk, andere vergen
onderzoek en verdere uitwerking.
FvD is verklaard tegenstander van het inzetten van bestuurlijke en beleidsmatige dwangmiddelen
door de provincie. De provincie faciliteert en stimuleert. Maar de provincie legt niets dwingend op
en jaagt Overijssel niet op kosten omdat ‘het klimaat’ zo snel mogelijk moet worden gered.
6. 6
3. ACCENTEN
FvD heeft in het programma voor provincie een aantal kernpunten staan die zich, in aansluiting op
de landelijke standpunten, prima in provinciale doelstellingen laten vertalen. Dit hoofdstuk bevat
een verdere verbreding met de accenten voor de periode 2019-2023.
1. Ruimtelijke ontwikkeling en waterbeheer
1. Waarborgen waterveiligheid, gezamenlijk optrekken met waterschappen.
2. Milieu en energie
1. Zie speerpunt Energietransitie.
2. Versoepeling van de regels inzake asbestsanering. Indien de rijksoverheid eist om vóór
2025 alles asbestvrij te hebben, dan dient hiervoor voldoende compensatie te zijn.
3. Aanjagende rol voor een milieuvriendelijk en efficiënt afvalbeleid door innovatieve
methoden en technieken. Hiermee kan ook afvaldump in de natuur worden tegengegaan.
3. Vitaal platteland
1. Waarborgen van voldoende ontwikkelingsmogelijkheden voor een duurzame, innovatieve
en robuuste agrarische sector, met de focus op vereenvoudiging van wet- en regelgeving.
2. Volksgezondheid en dierenwelzijn gaan hand in hand. Streven naar een gezonde
leefomgeving voor zowel mens als dier. Moderne stallen en bedrijfsvoering met oog voor
dier en milieu zijn belangrijk, dus ruim baan voor agrariërs die hierin willen investeren.
Zonder intensieve veehouderij verslechtert het circulaire voedselsysteem (zo worden in het
varkensvoer veel restproducten uit de voedselindustrie verwerkt).
3. Daar waar nog invloed kan worden uitgeoefend, is het nodig te streven naar een betere,
haalbare, praktische invulling Natura 2000 gebieden. Meer draagvlak en betrokkenheid
vanuit bewoners in het gebied is daarbij noodzakelijk.
4. Zorgen dat er meer mogelijkheden ontstaan om vrijgekomen agrarische bebouwing (VAB
regeling) om te vormen naar een nieuwe bestemming. Minder regels, snellere procedures.
5. Goed wildbeheer is essentieel. Onderdeel hiervan is de jacht. Steun voor het weidelijk jagen
en de jacht uitgevoerd door vakkundige jagers.
6. Behoud flora en fauna, zoals de unieke populatie weidevogels in Overijssel, door steun
landgoedeigenaren en agrariërs, in samenwerking met waterschappen.
7. Zorg voor behoud van het historisch landschap (onder meer houtwallen).
7. 7
8. Goede balans tussen economie en ecologie. Natuurbeheer dat geen onnodige en
overbodige beperkingen oplegt. Bescherming natuur goed afwegen tegen de negatieve
effecten van eventuele bescherming. Voorkomen, met inachtneming vigerende wetgeving,
dat milieuorganisaties eindeloos en onnodig bouwprojecten kunnen ‘frustreren’.
9. Behoud van bossen, geen grootschalige boomkap voor ‘nieuwe natuur’/ verschraling
landschap.
10. Steun voor landgoederen, dit cultureel erfgoed staat onder zware druk doordat steeds
meer particuliere landgoedeigenaren de lasten niet meer kunnen dragen. Hierdoor dreigt
verval en versnippering.
11. Kwetsbare natuurgebieden zo nodig (tijdelijk) sluiten voor publiek, natuurbescherming
betekent ook dat sommige gebieden ontoegankelijk zijn voor mens/recreant.
12. Zorg voor goede infrastructuur in opengestelde natuurgebieden die de recreatie ten goede
komen. Tevens zorgdragen voor een goede verdeling van de belasting in een gebied. Denk
hierbij aan mountainbikeroutes, paardenroutes, wandelpaden, parkeervoorzieningen
enzovoorts.
13. Provinciebrede aanpak in de bestrijding van de eikenprocessierups.
14. Meer wildtunnels bij natuurgebieden langs N-wegen voor de verkeersveiligheid en
bescherming van fauna.
15. Geen vruchtbare landbouwgrond opofferen voor windmolens en zonneweides.
16. Stimuleren van de groen- blauwe diensten met voldoende financiële ruimte.
17. Actievere inzet op landbouwstructuurverbetering in het buitengebied voor wateropgaven,
natuurinclusieve landbouw en kringlooplandbouw.
4. Mobiliteit
1. Zie speerpunt Lastenverlaging.
2. Werken aan een bereikbaar Overijssel betekent investeren in digitale infrastructuur en
verkeersinfrastructuur. Hiervoor is het nodig actief en hard in te zetten op bijdragen van
het Rijk en van de Europese Unie.
o Vierbaans (2x2) maken N35 en N502
.
o Doorstroming N36 verbeteren.
o Inzetten op zesbaans en zo nodig achtbaans (2x3 of 2x4) maken A28 met
inachtneming van noodzakelijke aanpassing aansluiting op provinciale en lokale
infrastructuur.
o Knellende problematiek, zoals de noodzaak van een goede doorstroming bij
Mariënheem.
o Aantrekkelijk maken infrastructuur voor vrachtverkeer (doorstroming, parkeren,
ontsluiting bedrijventerreinen).
2
In het BO Mirt 2017 zijn afspraken gemaakt over de planning van de opwaardering van de N50 Kampen - Kampen Zuid
tot 2x2 100 km uur autoweg. In december 2017 is de startbeslissing genomen. De studie naar ontwerp en raming wordt
uitgevoerd in 2019. <https://begroting2019.overijssel.nl/>
8. 8
3. Goederenvervoer over water vraagt investeringen:
o Sluizen Eefde en sluis Kornwerderzand.
o Terminals Almelo, Deventer en Hengelo.
o Logistieke knooppunten Port of Twente en Port of Zwolle
o Uitbouw Twentekanaal.
4. Spoor levert een wezenlijke bijdrage aan personen- en goederenvervoer:
o Actieve medewerking aan realisatie stations Bathmen, Staphorst en Bergentheim.
o Kwalitatief hoogwaardige verbinding met Duitsland.
o Spoorboekje dat aansluit op de wens van reizigers (verlenging in de avond).
5. Investeren in fietsen (provinciale netwerken voor recreatief en snel fietsen).
6. Bevorderen verkeersveiligheid (fysiek en gedragsbeïnvloeding).
7. Goed onderhoud aan verkeersinfrastructuur (wegen, kunstwerken).
8. Voldoende parkeerruimte bij P&R’s en carpoolplaatsen en aantrekkelijke, slimme
inrichting.
9. Uitbreiding Lelystad Airport staat in het perspectief van een groter, ambitieus plan voor
een luchthaven op zee. Wanneer dit wordt gerealiseerd, zal op termijn de overloopfunctie
voor Schiphol niet meer nodig zijn. Voor het hier en nu dient echter eerst een herindeling
van het Nederlandse luchtruim plaats te vinden. Als gevolg daarvan kan de overlast voor
de inwoners van Overijssel inde context van de huidige planvorming binnen afgebakende
kaders tot een minimum worden beperkt.
5. Regionale economie
1. Bevorderen van een gunstig ondernemingsklimaat waarin de positie van starters, kleine
zelfstandigen en het MKB wordt versterkt, dat regels terugdringt en lasten vermindert.
2. Stimuleren van innovatie en economische slagkracht. Er is geen kenniseconomie denkbaar
zonder levendige maakindustrie.
3. De aansluiting van onderwijs en bedrijfsleven en het stimuleren van deeleconomie zijn
zaken die om een vernieuwende aanpak vragen.
4. Aanmoedigen recreatief ondernemerschap passend bij de gebiedskarakteristieken
(ondernemerschap én recreatiedruk).
5. Ondersteuning arbeidsmarktregio’s met erkenning leidende positie gemeenten. Focus op
kwetsbare groepen in de samenleving, onbenut arbeidspotentieel (bijvoorbeeld 45+) en de
aansluiting op de arbeidsmarkt.
6. Aandacht voor snelle, doelmatige en doeltreffende subsidietrajecten met heldere
doelstellingen en evaluaties. Liever financiële stimuleringsregelingen in de vorm van
leningen en revolving funds dan giften.
7. Opwaardering van oude bedrijventerreinen en benutten van bestaande ruimte gaat vóór
de aanleg van nieuwe terreinen. Tegelijk dient er ruimte te blijven voor spreiding in de
regio’s, wat meteen het wonen en werken dichter bij elkaar houdt. Bedrijven willen zich
9. 9
immers kunnen uitbreiden waar zij zich thuis voelen om te ondernemen en waar zich
kansen voordoen.
6. Culturele infrastructuur en monumentenzorg
1. Aandacht voor de eigenheid van Overijssel zoals gevormd in de geschiedenis en tot uiting
komend in de culturele uitingen en maatschappelijke eigenheid en tradities van de
samenstellende delen van de provincie.
2. In stand houden cultureel erfgoed en monumentale gebouwen die waarde hebben voor
de provincie, zoals onderhoud monumentale kerkgebouwen die brede betekenis hebben
voor een dorp.
3. Bijdragen aan het stimuleren van kunst en cultuur vindt plaats vanuit een helder te
onderbouwen meerwaarde van de provinciale betrokkenheid. De provincie zoekt naar
samenwerking met andere partijen en overheden. Een provincie is zelf geen culturele
instelling.
7. Kwaliteit openbaar bestuur
1. Zie speerpunt Draagvlak.
2. Zie speerpunt Lastenverlaging.
3. Meer toezicht en handhaving in het buitengebied. Overlast en criminele activiteiten in het
buitengebied pro-actief opsporen. De diverse instanties en organen zullen hier gezamenlijk
in moeten optrekken, zowel handhavend als op preventief gebied (sluitende keten). Ten
aanzien van drugsproductie: indien grondeigenaren worden geconfronteerd met illegale
afvaldump als gevolg hiervan, zal de overheid financieel tegemoetkomen in het afvoeren /
saneren.
4. Bestuurlijke ondermijning keihard aanpakken, door als provincie gezamenlijk op te trekken
met de partners in de keten.
5. Ruimte geven aan gemeenten, die als eerste overheid het dichtst bij de inwoners staan
Liever samen gearmd optrekken dan samen armworstelen.
8. Gebiedsontwikkelingen
1. Voorstander van Technology Base Twente met haar prachtige high-tech bedrijven, inclusief
luchthaven Twente, mits deze zichzelf in stand kunnen houden. Er zijn al miljoenen aan
belastinggeld in geïnvesteerd. Wederom belastinggeld investeren is onverantwoord, tenzij
er een realistisch en haalbaar plan op tafel komt met concrete werkgelegenheid en
economisch perspectief.
10. 10
o Bedrijven op en rondom de luchthaven de mogelijkheden geven zich te kunnen
vestigen en vooral te ondernemen zonder dat ze zich bezig hoeven te houden met
een eindeloze reeks bezwaarprocedures, wetten en regelingen.
o Ruimte voor uitbereiding luchthaven / (vracht-) vliegbewegingen mits voldoende
werkgelegenheid, economische zelfstandigheid, maatschappelijk draagvlak, geen
nieuwe (zwaardere) belemmeringen voor om- en aanwonenden, zowel bedrijven
als particulier, investeren in de Technology Base & Safety Campus, minder
belemmeringen voor ondernemers op en rondom de luchthaven die in een
spagaat zitten tussen enerzijds natuur en anderzijds hun bedrijfsactiviteiten.
9. Sociale kwaliteit
1. Ruimte voor wonen voor doelgroepen zoals starters, eenpersoonshuishoudens en
senioren, onder meer door het voorkomen van stroperige besluitvorming en het opheffen
van bureaucratische blokkades (bijvoorbeeld rond termijn tijdelijke woningbouw).
2. Stimuleren van vernieuwing door bijvoorbeeld generatiebestendig wonen of het
combineren van wonen en zorg en wonen in niet-verhuurde kantoorruimte.
3. Versterken aantrekkelijkheid stedelijke centra (tegengaan leegstand en verpaupering,
aantrekkelijkheid middenstand verbeteren).
4. Versterken leefbaarheid landelijke gebieden.
5. Aandacht voor groeimogelijkheden dorpen en kleine kernen, zodat op zijn minst de
natuurlijke aanwas in stand kan blijven.
6. Oog voor voldoende woningbouw aan de stadsgrenzen voorkomt een disbalans tussen
appartementen en de behoefte aan een grondgebonden woning met een tuin.
7. Meer bomen en groen in (rand-) stedelijke gebieden.
8. Er zit een groot verschil tussen recreatieparken en recreatiewoningen. Parken
herbestemmen is lastig omdat het veelal om grote aantallen woningen gaat. Losse
recreatiewoningen staan veelal tussen bestaande reguliere bouw. Dit vergt een andere
aanpak en meer maatwerk. Uitgangspunt: legalisering bewoning van recreatiewoningen.
9. Zowel breedtesport als topsport horen thuis in Overijssel. Waar breedtesport primair het
domein en financiële verantwoordelijkheid van gemeenten is, heeft topsport een belang
dat de gemeente overstijgt. De provincie treedt faciliterend op en ondersteunt financieel.
10. Bedrijfsvoering
1. Vormgeven beleid door middel van helder geformuleerde ambities, doelen en prestaties.
Transparant verantwoorden van ambities, doelen en prestaties.
2. Scherpe controle op subsidies en andere financiële bijdragen van de provincie. Op
misbruik volgen maatregelen (intrekken, terugvorderen).